Door expert Elza Snoeiing, met meer dan 25 jaar specialistische ervaring in de teelt en verzorging van mediterrane kruiden en heesters.
Lavendel is onmiskenbaar een van de meest geliefde tuinplanten in Nederland en België. Zijn iconische geurige paarse bloeiaren, zilvergroene bladeren en de onweerstaanbare mediterrane uitstraling maken hem een populaire en veelzijdige keuze in borders, rotstuinen, perken en zelfs potten. Maar om deze iconische plant mooi, gezond en vitaal te houden, is correct en tijdig snoeien absoluut noodzakelijk. Zonder vakkundige snoei veroudert de plant snel, wordt hij houtachtig, en zal hij steeds minder uitbundig bloeien, wat zijn aantrekkingskracht drastisch vermindert.
Gelukkig is lavendel snoeien, ondanks de soms heersende misvattingen, helemaal niet moeilijk. Met de juiste aanpak, zoals die door onze experts al decennia wordt toegepast, blijft jouw lavendelstruik compact, fris en langdurig bloeiend. In dit artikel leggen we stap voor stap uit waarom snoeien zo belangrijk is, wanneer je het meest effectief kunt snoeien, hoe je het vakkundig aanpakt en waar je specifiek op moet letten bij de verschillende lavendelsoorten. Zo garanderen wij dat je elk jaar opnieuw geniet van een weelderige, geurige bloemenzee die je tuin transformeert.
Lavendel is, botanisch gezien, een halfheester. Dit betekent dat de plant deels verhout (oude basis) en deels zachte, kruidachtige scheuten produceert. Deze unieke eigenschap maakt lavendel, in vergelijking met volledig houtige struiken, gevoelig voor veroudering en ‘verhouting’. Zonder jaarlijkse, gerichte snoei groeit lavendel onvermijdelijk uit tot een slordige, open struik met een kale, houtige basis en een dramatische afname van bloemen. De plant verliest dan zijn natuurlijke, compacte vorm, wordt topzwaar en kan bij harde wind of zware regen zelfs gemakkelijk afbreken.
Regelmatig en vakkundig snoeien zorgt ervoor dat lavendel zich onderaan blijft vertakken. Zo blijft de struik compact, stevig en overal bedekt met fris, zilvergroen loof. Bovendien stimuleert snoei op een actieve manier de vorming van nieuwe bloemknoppen, die verschijnen op de jonge scheuten van dat jaar. Wie lavendel niet snoeit, zal snel merken dat de bloei in de loop der jaren snel afneemt en de plant na enkele seizoenen zijn aantrekkingskracht verliest.
Voor een gezonde, dichte en rijkelijk bloeiende lavendel, snoeit u de plant twee keer per jaar: in het vroege voorjaar en direct na de bloei in de zomer. Elke snoeibeurt heeft een ander, specifiek doel en samen zorgen ze voor een sterke, dichte plant met een lange levensduur.
De voorjaarsnoei is de belangrijkste snoeibeurt van het jaar. U knipt de plant dan stevig terug, tot net boven het jonge, groene loof, zonder tot in het kale hout te gaan. Dit stimuleert een explosie van nieuwe scheutvorming en houdt de plant compact en vitaal. Cruciale waarschuwing van onze experts: snoei nooit tot in het kale, oude hout waar geen blaadjes of groene knoppen meer zitten. Lavendel loopt daar, in tegenstelling tot veel andere heesters, meestal niet meer uit, wat leidt tot kale plekken en het afsterven van takken.
Direct na de eerste bloei, knipt u de uitgebloeide bloemstelen weg. Dit is een lichtere snoei, primair gericht op het terug in vorm brengen van de plant en het voorkomen van zaadvorming. Als u deze zomersnoei netjes en tijdig uitvoert, zal de lavendel, afhankelijk van het ras en de weersomstandigheden, soms nog een tweede keer licht bloeien in het najaar. De plant bespaart bovendien energie die anders in de vorming van onnodige zaden zou gaan zitten.
Belangrijk: snoei NOOIT in de herfst. Hoewel het verleidelijk kan zijn om de plant na de zomer nog snel bij te werken, is dit ten zeerste af te raden. De nieuwe scheuten die dan ontstaan, zijn nog niet afgehard en bevriezen gemakkelijk in de winter, waardoor de plant ernstig beschadigd kan raken. Als je in de herfst toch absoluut iets wilt bijwerken, doe dit dan uiterst voorzichtig en heel oppervlakkig.
Er bestaan diverse lavendelsoorten, elk met een iets andere groeivorm en bloeiperiode. Toch geldt voor vrijwel alle soorten in principe dezelfde, hierboven beschreven, snoeimethode. De bekendste en meest voorkomende soorten in Nederlandse tuinen zijn:
Gebruik altijd een scherpe snoeischaar om schone sneden te maken die snel genezen. Knip de plant stevig terug tot ongeveer 10 à 15 cm boven de grond, of, nog specifieker, net boven het jonge, groene loof dat zichtbaar is aan de basis van de scheuten. Zoals eerder benadrukt: ga nooit tot op het kale, oude, houtige deel waar geen blaadjes of knoppen meer zitten.
Vorm de struik tot een mooie, compacte bol of kussen. Dit voorkomt dat hij later in het seizoen openvalt of scheef groeit. Geef de plant na de snoei desgewenst wat compost of een handje organische mest (bijvoorbeeld koemestkorrels of speciale lavendelvoeding) om de hergroei krachtig te stimuleren.
Knip direct na de bloei de uitgebloeide bloemstelen terug tot net boven het blad. Dit is een lichte vormsnoei, maar wel belangrijk voor de plant. Zo voorkom je dat de plant energie steekt in zaadvorming en stimuleer je een eventuele tweede, lichtere bloei.
Zorg ervoor dat de plant zijn compacte bolvorm behoudt. Als je te slordig snoeit, krijg je een rafelige, open plant die in de winter gevoeliger is voor kou en vocht.
Is je lavendelplant al jaren niet gesnoeid, dan is de kans groot dat hij onderaan kaal en houtig is geworden, met de bloemen alleen aan de uiteinden. In dat geval kun je proberen de plant te verjongen door hem in het voorjaar flink terug te knippen, maar altijd met beleid en nooit tot in het kale hout. Laat altijd een paar groene uitlopers of bladeren aan de onderzijde zitten.
Belangrijke opmerking van onze experts: Verjongingssnoei is niet altijd succesvol bij lavendel. Als de plant nauwelijks meer jonge scheuten maakt vanuit de basis, of als het kale hout te dominant is, is het vaak beter om nieuwe planten op te kweken door stekken te nemen van de gezonde toppen van de oude plant.
Lavendel in pot groeit doorgaans iets sneller uit model dan in de volle grond, omdat potplanten vaker water krijgen en daardoor sneller uitlopen. De groei kan hierdoor wat slordiger worden. Snoei daarom regelmatig en licht bij, zeker in de zomermaanden. Volg verder hetzelfde snoeiplan als bij lavendel in de volle grond. Vergeet niet om potlavendel elk voorjaar te voorzien van verse, goed doorlatende potgrond en wat voeding om de plant vitaal te houden.
Hoewel lavendel goed reageert op snoei, worden er vaak een aantal fouten gemaakt die u gemakkelijk kunt voorkomen. Onze ervaring leert dat u hierop moet letten:
Naast snoei zijn er nog andere factoren die, volgens onze jarenlange expertise, bijdragen aan een gezonde en bloeiende lavendel:
Na de voorjaarsnoei kunt u eenvoudig nieuwe lavendelplanten maken van de afgeknipte scheuten. Kies gezonde, jonge topjes van ongeveer 10 cm lang. Verwijder het onderste bladpaar, doop ze eventueel in stekpoeder voor een snellere wortelgroei en steek ze in een pot met luchtige potgrond gemengd met wat zand. Zet de stekjes op een lichte, warme plek en houd de grond licht vochtig. Na enkele weken zullen ze wortelen en kunt u ze verpotten of uitplanten. Een duurzame manier om uw lavendelcollectie uit te breiden!
Lavendel snoeien is essentieel voor een compacte, bloeirijke en langlevende plant. Door in het vroege voorjaar stevig terug te snoeien (tot net boven het groene loof) en in de zomer uitgebloeide bloemen te verwijderen, houd je de plant gezond, vol en vitaal. Snoei nooit te diep in het oude, kale hout. Een goed gesnoeide lavendelstruik is bestand tegen wind en winter, en blijft jarenlang een geurige, kleurrijke toevoeging aan je tuin of terras.
Met een beetje aandacht, een scherpe snoeischaar en twee vaste snoeimomenten per jaar, geniet je seizoen na seizoen van deze prachtige mediterrane plant die een onmiskenbaar vleugje charme en rust in je buitenruimte brengt.
Lavendel snoeit u bij voorkeur twee keer per jaar. De belangrijkste snoeibeurt vindt plaats in het vroege voorjaar (maart-april), waarbij u de plant stevig terugsnoeit tot net boven het jonge, groene loof. De tweede snoeibeurt is een lichte vormsnoei direct na de bloei in de zomer (juli-augustus), waarbij u de uitgebloeide bloemstelen verwijdert. Dit stimuleert een eventuele tweede bloei en houdt de plant compact.
Nee, u moet nooit lavendel snoeien tot in het kale, oude hout waar geen groene blaadjes of knoppen meer zichtbaar zijn. Lavendel loopt vanuit dit oude, verhoute deel meestal niet meer uit, wat resulteert in kale plekken en het afsterven van takken. Snoei altijd tot net boven het jonge, groene loof of een zichtbare, groene knop.
Snoeien in de herfst is sterk af te raden. Als u lavendel in de herfst snoeit, zullen er nieuwe scheuten ontstaan die onvoldoende tijd hebben om af te harden voor de winter. Deze zachte scheuten zijn zeer vorstgevoelig en zullen gemakkelijk bevriezen, wat de plant ernstig kan beschadigen en zelfs kan leiden tot het afsterven van delen van de plant. Bewaar de snoei tot het vroege voorjaar.
U kunt proberen een oude, houtige lavendel te verjongen door hem in het vroege voorjaar flink terug te knippen, maar altijd met behoud van enig groen loof aan de onderzijde. Echter, succes is niet gegarandeerd; als de plant nauwelijks nog jonge scheuten maakt vanuit de basis, of als het kale hout te dominant is, is het vaak beter om nieuwe planten op te kweken door stekken te nemen van de gezonde delen van de oude plant.
Na het snoeien, vooral de voorjaarssnoei, kunt u de lavendel ondersteunen door een beetje organische mest (zoals koemestkorrels of speciale lavendelvoeding) toe te dienen. Zorg ervoor dat de grond goed doorlatend is en dat de plant op een zonnige plek staat. Geef water aan de basis van de plant, vermijd water op het blad, en zorg ervoor dat lavendel in potten niet in stilstaand water staat. Dit bevordert een snelle en gezonde hergroei.